Hoe & Wanneer
Het onderzoek loopt in 18 Antwerpse en 18 Gentse basisscholen. Het onderzoek verloopt in twee fasen. Eerst vindt er een baselinemeting plaats waarbij school- en studiekeuze in de diepte worden onderzocht in alle 36 basisscholen, daarbij worden alle leerkrachten, directeurs, leerlingen 5de leerjaar en hun ouders bevraagd.
Vervolgens vindt er een effectiviteitsonderzoek plaats. We onderscheiden daarbij 3 groepen van scholen: in een eerste groep (12 scholen, 6 in Antwerpen en 6 in Gent) worden (valorisatie)tools ontwikkeld en geïmplementeerd met coaching, een tweede groep (12 scholen, 6 in Antwerpen en 6 in Gent) waar de (valorisatie)tools worden aangebracht zonder intensieve coaching en een derde groep (12 scholen, 6 in Antwerpen en 6 in Gent) die geen extra materiaal krijgen.
Het effectiviteitsonderzoek vindt in drie rondes plaats met telkens een nulmating, pretest en een posttest, concreet wil dat zeggen dat we drie cohorten van leerlingen zullen volgen. De nulmeting vindt plaats in september van het schooljaar waarin leerlingen in het 6de jaar basisonderwijs starten (september 2014, september 2015, september 2016). Op dat moment worden de contactgegevens van de leerlingen gevraagd. In het voorjaar van datzelfde jaar bevragen we opnieuw leerlingen, ouders, leerkrachten en directie in een premeting. We contacteren hen opnieuw na het eerste semester van het secundair onderwijs (januari 2016, januari 2017).
Naast een kwantitatieve pre- en posttest vindt er ook een kwalitatieve procesevaluatie plaats. Twee kwalitatieve onderzoekers gaan in de scholen waar de valorisatietools worden geïmplementeerd na – aan de hand van bijvoorbeeld observaties, interviews, focusgroepen – hoe deze tools in de praktijk worden geïntegreerd, wat werkt en wat niet werkt, etc. De bedoeling van het onderzoek is steeds dat het verdere input levert voor de ontwikkeling van tools die werkbaar zijn in de klaspraktijk.